Henriëtte van der Horst bepleit in haar commentaar (H&W 2003;46:602) het vervangen van de term ‘nerveus-functionele klachten’ door de term ‘lichamelijk onverklaarde klachten’. Ik kan mij daar op zich zelf goed in vinden, maar tegelijk betwijfel ik het praktische nut van haar oproep. De Nijmeegse hoeders van de geestelijke nalatenschap van Huygen zullen er geen aanleiding in zien om te breken met de terminologie van de E-lijst, en buiten de kleine kring van CMR-adepten is er volgens mij nauwelijks meer iemand in Nederland die het begrip ‘nerveus-functioneel’ nog in de mond neemt.