Het boek is een vervolg op Het explosieve kind. Greene beschrijft in dit tweede deel een methode om samen problemen op te lossen. Problemen die ontstaan als je kinderen moet opvoeden met zogenaamde korte lontjes. De basis van zijn aanpak is, dat deze kinderen vaak iets missen. Zo kan het zijn dat ze matig functionerende executieve functies hebben. Of dat hun taalverwerking niet optimaal verloopt. Soms is hun emotionele regulatie in de war, of zijn zij cognitief niet flexibel genoeg. Het kan ook zo zijn dat zij sociaal gewoon onvaardig zijn, met alle ellende van dien. Greene gaat ervan uit dat het goed is om te weten waar de eventuele tekorten van het snel exploderende kind liggen. Hij heeft een vragenlijst opgenomen. Een soort checklist die ouders en behandelaren kunnen gebruiken om eventuele tekortkomingen van het kind in kaart te kunnen brengen. Als je die eenmaal kent, dan kun je er verstandiger mee omgaan.